Atlas van Nederland

Dorpen

Dorpen in Nederland, 1985

 

Overal in Nederland komen dorpen voor, niet alleen in plattelandsgebieden maar ook onder de rook van steden. Het huidige spreidingspatroon van de Nederlandse dorpen draagt sporen van een eeuwenlange bewoningsgeschiedenis. Verschillen in verkavelingspatroon hebben ertoe geleid dat dorpen een verschillende omvang hebben. De grote dorpen op de zandgronden zijn meestal kerkdorpen waar zich in de loop van de tijd de niet agrarische bebouwing heeft geconcentreerd. In de laatste honderd jaar heeft het verstedelijkingsproces grote invloed gehad op de bevolkingsomvang van de dorpen. In economische zin hebben intensivering van de landbouw (in de Gelderse Vallei, Oost-Brabant en Noord-Limburg, tuinbouwgebieden zoals Westland, Bollenstreek en De Streek tussen Hoorn en Enkhuizen) en industrialisatie van het platteland (Mijnstreek, grote delen van Brabant, Twente en Oost-Gelderland) de bevolkingsgroei in de dorpen mogelijk gemaakt. Grote delen van het land zoals het Noorden, Zeeland, het Rivierengebied en de Kop van Noord-Holland bleven hiervan lange tijd verstoken. Hier treffen we ook nu nog de meest kleine dorpen aan. Na de Tweede Wereldoorlog komt de bevolkingsgroei in de dorpen onder invloed te staan van suburbanisatie en urbanisatie (het niet langer wegtrekken van autochtonen). In de stedelijke zones zoals de Randstad, de Brabantse stedenrij, Zuid-Limburg, Midden-Gelderland en Twente treft men naast de aaneengegroeide stedelijke agglomeraties veel grote dorpen aan.

 

gemeentelijke indeling 1985

 

 

Opgenomen zijn de namen van plaatsen met meer dan 50.000 inwoners.

 

bron: Atlas van Nederland, deel 4: Dorpen, 1990

copyright: 2001, Stichting Wetenschappelijke Atlas van Nederland