Bevolking
Bevolking per provincie in 1795, 1900 en 1980
Ontwikkeling van de inwonertallen van de provincies, weergegeven in de vorm van een anamorfose. De provincies zijn zodanig afgebeeld dat hun oppervlakken zich tot elkaar verhouden als hun inwonertallen. De drie anamorfosen geven zo een indruk van de onderlinge verschillen in bevolkingstoename tussen de elf provincies sinds 1795. |
1
hokje = 10.000 inwoners
De oppervlakte van de provincies is proportioneel met het aantal inwoners. |
a. 1795 Totaal 2.078.487 inwoners. |
b. 1900 Totaal 5.179.233 inwoners. |
c. 1980 Totaal 14.091.014 inwoners. |
bron: Atlas van Nederland, deel 1: Bevolking, 1984 copyright: 2001, Stichting Wetenschappelijke Atlas van Nederland |